Rapport over de secretaris RvT en CvB:
‘Van bureaucraat tot grenswerker’, lees verder op de site van het NSOB
Twee boeken welke het bestuderen waard zijn:
Morris Oosterling, Op zoek naar leiderschap, de top in non-profit organisaties bezien vanuit selectie (2019).
Promotie van Morris Oosterling op de werving en selectie van topbestuurders in non-profitorganisaties.
Hij heeft het onderzoek dat er al is geordend en samengevat. Vier Nederlandse casussen zijn nauwkeurig bestudeerd; op basis waarvan hij een aantal conclusies trekt en aanbevelingen doet die goed onderbouwd zijn.
Hildegard Pelzer, Onvrijwillig (2020), te bestellen bij Mediawerf.
Met zeventig bestuurders en toezichthouders is gesproken die een gedwongen vertrek hebben meegemaakt. Hun ervaringen en de lessen die daaruit getrokken kunnen worden, zijn vastgelegd in dit boek.
Onder voorzitters: het betere koorddansen, de verhouding tussen bestuurder en toezichthouder. TH&MA-2019, nummer 1 pagina 73 – 78, Hans Uijterwijk
Het artikel is een uitwerking van de inleiding van Henk Hagoort, voorzitter College van Bestuur van Windesheim, op de laatste scholingsbijeenkomst van de VTH in 2018.
De vijf Kernvragen voor de Toezichthouder
De VTH-brochure: ‘De vijf Kernvragen voor de Toezichthouder, Hoe kan het intern toezicht op de kwaliteit van onderwijs en onderzoek in het Hbo beter? ‘ is momenteel niet beschikbaar. In het najaar van 2023 verschijnt een geactualiseerde versie.
Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden
De Tweede Kamer heeft de Onderwijsraad advies gevraagd over de manier waarop de overheid het onderwijs bekostigt en de mogelijkheden voor onderwijsinstellingen om hun bestedingen te verantwoorden. De raad beveelt aan om te blijven werken met lumpsumbekostiging en om terughoudend te zijn met doelfinanciering. Wel dienen de organen die een rol spelen in de verantwoording over en het toezicht op de besteding van onderwijsgelden, beter toegerust te worden op hun verantwoordelijkheden.
Lees verder op de website van De Onderwijsraad
De kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel hoger onderwijs
Het accreditatiestelsel voor het hoger onderwijs functioneert in grote lijnen adequaat. Tegelijkertijd ziet de inspectie ruimte voor verbetering. Zo verdient de betrouwbaarheid van de beoordelingen versterking en dit geldt ook voor het lerend vermogen van het stelsel. Daarnaast zou de professionalisering van de beoordelende vakgenoten, secretarissen en de procescoördinatoren moeten worden vergroot.
Dat zijn enkele conclusies uit het onderzoek dat de Inspectie van het Onderwijs in 2017 en het voorjaar van 2018 heeft uitgevoerd naar het functioneren van het Nederlandse accreditatiestelsel. Meer hierover leest u in het rapport 'De kwaliteit van het Nederlandse accreditatiestelsel hoger onderwijs', dat eind juni door de inspectie aan de minister is aangeboden. In het rapport hebben we aanbevelingen gedaan over de beoordelingsschaal, het beoordelingskader en de professionalisering en onafhankelijkheid van de visitatiepanels. In september zal de minister een reactie publiceren op het onderzoek.